zondag 14 maart 2021 om 10.00

Ochtenddienst (Dorpskerk)
Voorganger(s): ds. Jerrit Vellenga

Orde van dienst zondag 14 maart (Online vanuit de Dorpskerk)

Welkom en mededelingen;

Psalm 122 ‘Hoe sprong mijn hart hoog op in mj’: 1

Hoe sprong mijn hart hoog op in mij,
toen men mij zeide: ‘Gord u aan
om naar des Heeren huis te gaan!
Kom ga met ons en doe als wij!’
Jeruzalem, dat ik bemin,
wij treden uwe poorten in,
u, Godsstad, mogen wij ontmoeten!
Jeruzalem, van ver aanschouwd,
wel saamgevoegd en welgebouwd,
o schone stede, die wij groeten.

Stil gebed

Votum en groet

Psalm 122: 2

Hoe zijn de stammen opgegaan!
Hier gingen ons de voeten voor
der pelgrims, die de Heer verkoor,
hier, waar uw heil’ge muren staan!
Jeruzalem, dat ik bemin,
wij treden uwe poorten in
naar ’s Heeren woord, om zijns naams ere!
Zo is het Israël gezegd:
hier zijn de zetels van het recht,
de troon, waar David zal regeren!

Gebed

Genadeverkondiging Efeziërs 2: 4-10

Lied Hemelhoog 162 ‘Agnus Deï’

Lam van God,
Dat de zonde der wereld draagt,
Heer ontferm U over ons.

Lam van God,
Dat de zonde der wereld draagt,
Heer, geef vrede overal.

Gebed

Kinderlied Hemelhoog 77 ‘Zoals klei in de hand van de pottenbakker’

Refrein:
Zoals klei in de hand van de pottenbakker
Zo ben jij in mijn hand, zegt de Heer
Zoals klei in de hand van de pottenbakker
Zo maak Ik jou een vat tot Mijn eer

Kneed mij, Here God
Ook als het soms wel eens pijn doet
Kneed mij, Here God
U weet precies hoe ik zijn moet

Refrein
Kneed mij, Here God
’K Wil mij opnieuw aan U geven
Kneed mij, Here God
U maakt iets moois van mijn leven

Zoals klei in de hand van de pottenbakker
Zo ben ik in Uw handen, O Heer
Zoals klei in de hand van de pottenbakker
Zo maakt U mij een vat tot Uw eer

Lezing Jozua 4: 19 – 5:1 en 5:10-12

Lezing Johannes 6: (1) 4-15

Lied 653 ‘U kennen, uit en tot U leven’: 1, 2 en 6

U kennen, uit en tot U leven,
verborgene die bij ons zijt,
zolang ons ’t aanzijn is gegeven,
de aarde en de aardse tijd,
o Christus, die voor ons begin
en einde zijt, der wereld zin.

Gij zijt het brood van God gegeven,
de spijze van de eeuwigheid;
Gij zijt genoeg om van te leven
voor iedereen en voor altijd.
Gij voedt ons nog, o hemels brood,
met leven midden in de dood.

Gij zijt tot herder ons gegeven,
wij zijn de schapen die Gij weidt;
waar Gij ons leidt is ’t goed te leven,
Heer, die ons voorgaat door de tijd.
Wie bij U blijft en naar U ziet,
verdwaalt in deze wereld niet.

Verkondiging

Orgelspel

Lied Hemelhoog 386 ‘Wil je opstaan en Mij volgen’: 1, 2 en 5

Wil je opstaan en Mij volgen als ik noem je naam?
Wil je dienen in ‘t verborgen, zonder roem of faam?
Wil je leven op de wind, broos en kwetsbaar als een kind?
Zul je geven wat Ik vind in jou en jij in Mij?

Wil je gaan op nieuwe wegen, steil en ongewis?
Wil je zijn tot hoed’ en zegen voor wie vreemd’ling is?
Val je niet een mens te hard die in leugens is verward?
Hoor je ’t kloppen van mijn hart in jou en jij in Mij?

Heer van liefde en van licht, vervul mij met uw Geest.
Laat mij zijn op U gericht, en maak mij onbevreesd.
Dat ik in uw voetspoor ga, uw ontferming achterna,
en met lijf en ziel besta in U en Gij in mij.

Gebeden

Slotlied 802 ‘Door de wereld gaat een woord’: 1, 2, 5 en 6

Door de wereld gaat een woord
en het drijft de mensen voort:
“Breek uw tent op, ga op reis,
naar het land, dat Ik u wijs.”

Refrein:
Here God, wij zijn vervreemden,
door te luist’ ren naar Uw stem.
Breng ons saam met Uw ontheemden,
naar het nieuw Jeruzalem.

Door de wereld gaat een stoet
die de ban brak van het bloed.
Die bij wat op aarde leeft,
nu geen burgerrecht meer heeft.

Refrein

Velen die de moed begaf
blijven staan of dwalen af.
Hunk’rend naar hun oude land.
Reisgenoten, grijpt hun hand.

Refrein

Door de wereld gaat een woord
en het drijft de mensen voort:
“Breek uw tent op, ga op reis,
naar het land, dat Ik u wijs.”

Refrein

Zegen

terug
×