Historie
In 1865 werd voor de Christelijke Afgescheiden Gemeente te Baambrugge een kerk gebouwd, thans bekend als Gereformeerde Kerk “Postwijck”.
Het kerkgebouw is bijzonder vanwege de ligging, midden in de natuur, het eenvoudige maar gaaf bewaarde exterieur met de gedenksteen en vanwege de geschiedenis die ermee verbonden is. Ook het interieur wordt door velen als bijzonder ervaren vanwege de heldere en lichte ruimte met een goede akoestiek. Het verhoudingsgewijs grote orgel neemt een belangrijke plaats in. De ligging van de kerk, achter aan een laantje aan de Rijksstraatweg, ver van de dorpskern, heeft direct te maken met het ontstaan van de gemeente. Dit gaat terug tot de beginjaren van de Afscheiding (1834).
Op de naast het kerkgebouw gelegen buitenplaats “Postwijck” woonde in die tijd de welgestelde Jansje Judith Zeelt (1780-1864). Zij stelde haar woning open voor het houden van godsdienstoefeningen; hiermee legde zij de basis voor de latere gemeente. Landelijk heeft zij de Afgescheidenen financieel gesteund en zo ook de gemeente die te Baambrugge ontstond. In 1861 had zij haar testament opgemaakt en daarin schonk ze aan een te vestigen Christelijke Afgescheiden gemeente te Baambrugge fl. 6.000,00 voor de bouw van een kerk en een school, een voor die tijd gebruikelijke combinatie. Ook schonk zij nog een terrein voor de te bouwen kerk vlak naast haar buitenplaats. Deze grond behoorde tot één van de aangrenzende boerderijen die ook haar eigendom waren. De toezegging van een legaat en de inmiddels hoge leeftijd van mevrouw Zeelt zullen mede redenen geweest zijn, dat men tot het stichten van een gemeente overging.
Op 09 juli 1863 werd de gemeente geïnstitueerd, maar men bleef samenkomen op de buitenplaats “Postwijck”. Nadat mevrouw zeelt op 22 november 1864 overleed, ging men voorbereidingen treffen voor de bouw van een kerk met pastorie. Voor de in het testament genoemde school was blijkbaar geen geld meer. Van de bouwgeschiedenis is maar weinig bekend; van bouwtekeningen en een architect of ontwerper wordt niet gesproken. De kerkenraadnotulen melden ons, dat er op 14 maart 1865 voor het eerst over de bouw is gesproken. Op Eerste Kerstdag 1865 kon de kerk in gebruik genomen worden. In deze dienst ging voor ds. W.J. Weijenberg, de eerste eigen predikant die de week daarvoor zijn intrede had gedaan in de laatste dienst die op de buitenplaats werd gehouden.
De gemeente beschikte nu over een eenbeukige, rechthoekige kerkruimte met een tongewelf, aan de buitenkant vooral herkenbaar als kerk door de boogramen. Het kerkgebouw is niet bijzonder in zijn soort; veel kerkgebouwen, ook van andere gezindten, hebben een overeenkomstige vormgeving. Zo ook het gebouw van de twintig jaar eerder nieuw gebouwde hervormde kerk te Baambrugge. De zijgevel daarvan met de vijf halfronde kerkramen tussen muurdammen en daarboven een gebroken kap, vertoont veel gelijkenis met de kerk aan de Rijksstraatweg.
Vóór de kerk, aan de kant van de Rijksstraatweg, werd een kleine pastorie gebouwd.
De ingang van de kerk, met een klein portiek (klompenhok), lag aan de achterzijde. In 1893 werd er een grotere pastorie voor de oude gebouwd. Het exterieur van “Postwijck” is daarna niet meer gewijzigd. De oude pastorie functioneerde nog een tijdje als kosterswoning en werd later verbouwd tot de huidige hal en consistorie. Het oorspronkelijke interieur van de kerk sloot aan bij de protestantse kerkinrichting: een hoog opgestelde preekstoel tegen de, in dit geval westwand met daarvoor het voorzangersgestoelte. Aan weerskanten daarvan de banken voor diakenen en ouderlingen. In het midden banken voor de vrouwen en langs de wanden voor de mannen. Met de komst van de welgestelde C.L.D. van Coeverden Adriani naar Baambrugge werd achterin de kerk een een hogere bank met luifel gebouwd, de zgn. Adrianibank.
Deze indeling bestond tot 1956 toen naar ontwerp van J. Buma, architect te Nunspeet, het interieur werd gemoderniseerd en de kerk de huidige asymmetrische indeling kreeg. Alleen het orgel en de katheder zijn overblijfselen van het oorspronkelijke interieur. Het orgel werd in 1904 gebouwd door de firma Proper uit Kampen en was een geschenk van Van Coeverden Adriani.
De consistorie werd in de zeventiger jaren van de vorige eeuw gerenoveerd en kreeg een sfeervolle aankleding. Bezienswaardig is met name het schilderij van de buitenplaats “Postwijck”, dat in 1952 aan de gemeente van “Postwijck” geschonken werd door een achterkleinkind van de broer van mevrouw Zeelt. Zo wordt de herinnering levend gehouden aan de eerste samenkomsten van de gemeente op de buitenplaats “Postwijck” en aan haar weldoenster Jansje Judith Zeelt. Een geknipt portret herinnert aan de schenker van het orgel.